Akkerbouwgewassen

Akkerbouwgewassen

U ziet hier perceeltjes met zowel nieuwe als oude landbouwgewassen. De meest verbouwde gewassen waren vroeger rogge, gerst, haver, tarwe en voederbieten.

Het roggegewas was vroeger nogal lang, maar omdat de grond over het algemeen nogal schraal was, had men van legeren (neerslaan van het gewas) niet zoveel last. Door overbemesting deed zich later dat probleem wel voor. Men is daarom overgegaan naar een korter en steviger ras.

Verder hebben wij hier spelt, een biologisch graangewas voor brood alsmede tarwe. Dit laatste gewas is eigenlijk niet zo geschikt voor lichte zandgronden. Op klei gaat dat beter.

Ook proberen wij andere gewassen zoals huttentut. Hier werd vroeger lampolie van gemaakt.

Naast deze hebben wij ook perceeltjes voederbieten voor het vee, vlas voor linnen, raapzaad voor raapolie, boekweit voor pannenkoekenmeel, mosterd als groenbemesting, kardie dat vroeger gebruikt werd in de verfindustrie, maar nu voor het maken van margarine. Daarnaast nog lupine voor het halen van stikstof uit de lucht, karwij tegen maagklachten en koolzaad voor koolzaadolie.

Omdat vruchtwisseling wordt toegepast, wisselen wij jaarlijks met de gewassen.

Momenteel hebben we ook een perceeltje met paarse aardappels, die paars zijn van buiten en van binnen. Ook zijn bermbloemen gezaaid.

In de nazomer worden stoppelknollen en winterkoolzaad gezaaid.