Archeologie

Hengelo, Zelhem en Halle liggen op een hoger zandplateau. Met na de laatste ijstijd tot en met de 19e eeuw grote moerasgebieden ten oosten van Zelhem. Twee-derde deel  van de Achterhoek was moeras en werd pas in de eerste helft van de 20e eeuw voor een groot deel ontgonnen.

Ten westen van Zelhem waren de rivieren. Ook de Rijndelta stroomde daar naar het noorden.

Verder ligt er een hoge rug van Winterswijk naar Aalten en van Bochelt naar Aalten en via Varsseveld, Halle, Zelhem en Hengelo naar het noorden. Hierlangs konden mensen vanaf direct na de laatste IJstijd in deze gebieden komen. Later werden deze routes de bekende Hessenwegen met als aanvulling de route Doetinchem, Hummelo, Drempt, Doesburg naar de Veluwe.

Omdat men hier op het zandplateau goed kon wonen, zijn bij archeologische opgravingen in deze gebieden sporen gevonden van bewoners uit alle perioden na de laatste IJstijd. Een selectie hiervan treft  u hier in het museum aan. Zoals gereedschap van steen en botmateriaal uit de prehistorie en urnen met crematieresten uit de IJzertijd. En ook voorwerpen en aardewerk uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen

In Zelhem is een archeologische werkgroep van vrijwilligers werkzaam die in een groot deel van de Achterhoek bij opgravingen behulpzaam geweest is. Dit heeft geresulteerd in een archeologische expositie met unieke informatie en vondsten.