Van vlas tot linnen

Van vlas tot linnen

We gaan terug in de tijd …

en u hoort het verhaal van linnen en vlas, zoals het vroeger hier op de boerderij was.

Van vlas tot linnen zijn maar een paar woorden, maar doordat het zoveel bewerking nodig heeft is het een hele lange weg.  Vlas is een eenjarig gewas en het bloeit blauw of wit. Zo rond de 100ste dag van het jaar zaait de boer het vlaszaad op zijn land.

Ongeveer half juni begint het vlas te bloeien met witte of blauwe bloempjes. De bloempjes van de vlasbloem bloeien maar een dag. Omdat er veel bloempjes aan een vlasstengel zitten, bloeit een heel vlasveld toch wel een paar weken.

Als het vlas rijp is, worden de planten  met de hand  uit de grond getrokken;  4 tot 6 handenvol  worden dan samen tot 1  schoof  gebonden en op het land gezet om na te rijpen en te drogen.

Daarna wordt het vlas gerepeld. Het repelen zorgt ervoor dat de zaaddoosjes van de stengel verwijderd worden. Van de zaaddoosjes worden verschillende bijproducten gemaakt .

Na het repelen wordt het vlas gedauwroot.  Het vlas wordt op het land gelegd en de natuur zorgt ervoor dat de vlasvezels van de houtachtige kern van de stengel gescheiden  kunnen worden..

Als het vlas genoeg  geroot is, wordt het te drogen gezet en later opgeslagen om in de wintertijd verder verwerkt te worden.

Om de houtachtige pijp  uit de vlasstengel te verwijderen, moet het vlas worden gebraakt.  Met de vlasbraak worden de houtdelen van de stengel gebroken.  Deze gebroken houtdelen noemt men scheven of lemen. De vlasvezels die overblijven zijn zo buigzaam dat deze niet breken.

Tijdens het braken is al veel van de houtachtige pijp uit de stengel verdwenen.   Om de laatste houtdeeltjes en de korte vezels  te verwijderen wordt het vlas over de zwingelplank gelegd en slaat men met een zwingelspaan  over de vlasbundel. Het afval bij het zwingelen zijn hele korte vezels en die worden klodden genoemd.  Dit afval wordt  o.a. gebruikt als voor vulling van meubelen of om touw van te spinnen.

Om de vlasvezels  goed te kunnen verwerken wordt het daarna gehekeld.  Men begint met een grove hekel  en door daarna telkens een fijnere hekel  te gebruiken worden de vezels bewerkt tot een vlaslint als eindproduct voor het maken van linnen.  Door het hekelen worden de vlasvezels als het ware heel fijn gekamd en is het gereed om er linnen van te maken.

Het vlaslint wordt daarna op een spinnewiel tot een draad gesponnen en vanaf dat moment heet het linnen.  De linnen garens worden op een weefgetouw tot een doek geweven en daarna gewassen, gebleekt en mooi opgerold in het kabinet gelegd.

Ondertussen zijn de maanden verstreken en is het eind maart geworden en kan het hele proces van vlas tot linnen opnieuw beginnen.